Beste Frank,
Meestal kan ik een aardig eind meekomen met de argumenten die je gebruikt om een bepaald standpunt in te nemen. In dit geval helaas niet.
Wanneer je het basisinkomen versimpeld tot gratis geld voor iedereen, raak ik je eigenlijk al een beetje kwijt.
Het gaat niet om gratis geld voor iedereen, maar om een basisinkomen voor iedereen.
Daarna merk ik dat je de argumenten vooral haalt uit het denken over een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. Daar is op zichzelf niets mis mee, maar in dit verband is het wel erg eenzijdig, omdat de effecten van het basisinkomen op meerdere vlakken werkzaam zijn. Dat geef je zelf ook aan.
Wat met name niet aan de orde komt, is het effect op de economie zelf. Toch is zelfs in het gangbare economisch denken vanzelfsprekend dat wanneer meer mensen deelnemen aan het economisch proces, dat dit het economisch proces zal versterken. Dat laat je helemaal buiten beschouwing.
Dan neem je aan dat de mensen met een basisinkomen geen belasting meer betalen. Ik weet eerlijk gezegd niet waar dat argument vandaan komt. Het staat in ieder geval niet bij de kenmerken van het basisinkomen. Zolang het basisinkomen gewoon een aanvulling is op het inkomen en de belastingregels niet gewijzigd worden, zal iedereen gewoon belasting betalen naar zijn inkomen. Dat wil tevens zeggen dat bij al diegenen die voordien al een redelijk inkomen hadden en er vervolgens een basisinkomen bij zouden krijgen, 40-50% van het basisinkomen aan inkomstenbelasting terugvloeit in de schatkist. Een belangrijke bijdrage aan de financiering, die steeds over het hoofd wordt gezien.
Ik ben wel blij met je ingang om het bedrag te variëren. Daarmee kan meteen duidelijk worden dat het bedrag zelf vooraf niet vastligt. Dat maakt aan de ene kant een geleidelijke invoering mogelijk, terwijl aan de andere kant duidelijk wordt dat de kern van het basisinkomen niet de hoogte van het bedrag is, maar het feit dat het onvoorwaardelijk en persoonlijk is. Dat wil zeggen dat bij de invoering inderdaad allerlei betuttelende maatregelen en voorwaarden kunnen vervallen. En nee, natuurlijk niet ineens. Pas wanneer de hoogte van het basisinkomen het niveau heeft bereikt dat anders via een andere subsidie zou worden verkregen, kunnen de regels worden afgeschaft, bij die subsidie die vervangen wordt. Bij een geleidelijke invoering, door de hoogte van het bedrag geleidelijk te verhogen, wordt een steeds groter deel van de bestaande subsidies vervangen door het basisinkomen.
Het gaat er ook niet meteen om dat mensen van het basisinkomen een menswaardig bestaan kunnen leiden. Omdat ze naast het basisinkomen kunnen bijverdienen, geeft het hun een veel gunstiger uitgangspositie om een menswaardig bestaan te kunnen gaan leiden. Het basis inkomen hoeft in elk geval niet hoger te zijn, dan dat mensen er een minimaal menswaardig bestaan van kunnen leiden. Wanneer een initiatief of onderneming te weinig resultaat oplevert, kunnen mensen dan terugvallen op het basisinkomen plus dat weinige resultaat. Daarom moedigt het juist deelname aan de economie aan, met wat mensen maar te bieden hebben. Wellicht zullen er ook mensen zijn die zich uit een baan terugtrekken Dat is kan terecht zijn wanneer zo’n baan hun levensvervulling niet biedt of wanneer ze bijvoorbeeld door zorgtaken eigenlijk geen tijd en energie hebben om daarnaast ook nog een baan te vervullen. Naar mijn mening zullen er meer mensen zijn die juist een toegang tot werk kunnen krijgen, omdat ze geen volledig salaris meer nodig hebben uit zo’n baan. Ook het hebben van meer laag betaalde banen, zonder een voldoende inkomen te kunnen realiseren zal kunnen verminderen. Dit is toch een toenemend probleem in de huidige economie.
Tenslotte mis ik de echte economische argumenten. Wat gebeurt er met de economie, wanneer het basisinkomen wordt ingevoerd? Bijvoorbeeld dat het de flexibilisering ondersteunt van de arbeidsmarkt, die ook volgens gangbaar economisch denken belangrijk is. Bijvoorbeeld dat het een verandering kan bewerkstelligen in de kwaliteit van basisproducten, waar mensen met een minimum aan inkomen zich nu gedwongen voelen om goedkope rommel te kopen. Het minder nodig zijn van voedselbanken e.d., zodat meer langs de gewone economische kanalen kan worden afgewikkeld. Minder beroep op de schuldhulpverlening. Minder faillissementen van ZZPer’s enz.
Voor mij bestaat er ook nog een belangrijk economisch argument, dat in het gangbare economisch denken niet kan worden teruggevonden. Dat gaat over de waarde-vorming in de economie. Gangbaar wordt dat als te subjectief gezien om daar aandacht aan te besteden. Rudolf Steiner, de grondlegger van de Antroposofie, heeft echter in het begin van de vorige eeuw al duidelijk laten zien dat waarde-vorming de basis vormt van de economie. Alles wat waarde heeft wordt in de economie opgenomen, en alles wat geen waarde (meer) heeft verdwijnt uit het economisch proces. Het economisch proces zelf bestaat eigenlijk uit waarde hechten aan goederen en diensten en ze zodanig te behandelen en te positioneren, dat de waarde steeds verder toeneemt. Tenslotte wordt de waarde door de consument verbruikt, bij het consumeren van goederen en diensten. Door het aanhechten van waarde, worden goederen ‘waren’. Hij onderscheidt in het waarde-vormende proces aan de ene kant de waarde-vormende beweging en aan de andere kant de waarde-vormende spanning. De waarde-vormende beweging wordt door de producent verricht en de waarde-vormende spanning wordt door de klant ontwikkeld. (zie daar meer over in de bijlage). Waarde ontstaat daar waar arbeid wordt ingezet in de richting van de waarde-vormende spanning.
Vanuit deze benadering kunnen mensen, die door gebrek aan financiële middelen geen toegang kunnen krijgen tot producten, ook niet deelnemen aan waarde-vormingsprocessen in de economie. Kort gezegd: door het basisinkomen kunnen meer mensen intensiever deelnemen aan waarde-vormingsprocessen in de economie. Naast alle ethische argumenten is dit een economisch argument, waardoor uiteindelijk ook de extra waarde verklaard zal kunnen worden die in het economisch proces wordt voortgebracht en waarmee het basisinkomen ook voor een belangrijk stuk kan worden betaald. Als bijwerking zal ook de werking van het geld in onze maatschappij beter kunnen worden begrepen, wanneer geld en waarde goed genoeg van elkaar worden onderscheiden.
Het basisinkomen, dat zal gelukkig mijn inziens wel werken. In een maatschappij met voortschrijdende arbeidsdeling zal het steeds noodzakelijker worden om arbeid en inkomen van elkaar te onderscheiden. Arbeidsverdeling is een economisch vraagstuk en inkomensverdeling is een sociaal vraagstuk. Helder denken zal ons daar ongetwijfeld brengen, of we dat nu leuk vinden of niet.
Jan JC Saal ing.