Tegenkrachten

Tegenkrachten in de huidige tijd

Nog in de vorige eeuw was het denken over goed en kwaad relatief eenvoudig. De gewone mens kon immers aan de machtshebbers en de geestelijken vragen wat goed of kwaad was en hij kreeg van hen dan een min of meer geschikt antwoord. Religie en politiek waren dus de maatstaf.

Sinds de vijftiger jaren echter is daar radicaal verandering in gekomen. Religie en politiek verliezen meer en meer hun invloed, met als gevolg dat de individuele mens er zelf over moet denken en oordelen. Daarnaast is de maatschappij zo veranderd, dat het verre van eenvoudig is om vast te stellen wat nu precies goede en kwade gevolgen zijn en hoe ze worden veroorzaakt. Vooral doordat de economie zich steeds meer tot wereldeconomie ontwikkelt. Ook de politiek ontwikkelt zich meer en meer tot een wereldpolitiek. Dat wil zeggen dat ik door iets te doen over de hele wereld gevolgen kan veroorzaken. Bijvoorbeeld door het kopen van een goedkoop kledingstuk kan ik een soort slavenarbeid in Bangladesh in stand houden.

Rudolf Steiner geeft aan dat we de wereldmachten, die een leidende rol spelen in de wereldontwikkeling,  in principe in vier soorten kunnen onderverdelen. Daarbij zijn drie kwade krachten te onderscheiden en een goede. Het Christelijke is het meervoudig goede en de andere drie heten dan luciferische machten, ahrimanische machten en anti christelijke machten.

Drie tegenkrachten
Luciferische machten staan voor niet realiseerbare initiatieven en denkbeelden. Deze machten beïnvloeden het denken zodanig, dat een mens zeer enthousiast kan worden voor mooie voorstellingen, die echter geen werkelijkheid kunnen worden. Het kwade zit hem daarmee in het niet realistische, waardoor de mens afgehouden wordt van het wel realistische. Doordat er wilskracht ongebruikt blijft, kan de mens onder luciferische invloed heel emotioneel reageren. Woede, uitzinnig verdriet, kwaadheid en uitzinnige vreugde horen daarbij. Eigenlijk krijg je steeds de indruk dat de emoties niet in verhouding zijn met de feiten. De ongebruikte wilskracht is voedsel voor luciferische machten.

Ahrimanische machten heersen op aarde. Zij staan voor het gedachteloos handelen, maar ook het niet handelen daar waar dat eigenlijk wel zinvol zou zijn. Zij laten de mens een wereld zien waarin hij eigenlijk machteloos is. Alles gaat toch zijn weg langs allerlei wetmatigheden, waarbij de mens er niet toe doet. Bagatelliseren van de werkelijkheid en van idealisme horen daarbij. Het gevoel wordt te weinig aangesproken, omdat de verbinding met zingeving wordt uitgehold. Daardoor doen mensen onder invloed van ahrimanische krachten koud en verstandig aan. Iets te veel natuurlijk naar verhouding de situatie.

Anti-christelijke krachten tenslotte geven de illusie dat mensen en organisaties zich niet zullen of kunnen ontwikkelen. Daardoor ontstaat de neiging om de huidige situatie of de huidige trend onveranderd naar de toekomst te denken. Het gevolg hiervan is dat mensen vastgeprikt worden op hun daden en vermogens uit het verleden. Jij kunt dat toch niet, jij bent slecht of ik leer dat nooit zijn uitspraken die daarbij horen. In feite verdeelt de anti-christ de mensheid in vrienden en vijanden. Met vijanden lever je strijd en met vrienden ga je feestvieren. Beide activiteiten sluiten ontwikkeling uit.

Het Christelijke
Door de tegenmachten zo te beschrijven kan elk mens deze tegenkrachten ook in zichzelf ontdekken. Het is algemeen menselijk om aan dergelijke krachten onderhevig te zijn. Persoonlijke ontwikkeling bestaat er onder andere uit dat je je bewust kunt worden van dergelijke krachten in jezelf. Eenmaal ontdekt, verliezen ze al een groot gedeelte van hun werkzaamheid. Eenmaal ontdekt kan gepoogd worden om het kwade ten goede te keren, hetgeen ook de werking van de Christusimpuls is. Dus door te pogen het kwade ten goede te keren sluit je aan bij de Christusimpuls. Christus is het geestelijke wezen dat de ontwikkeling van de aarde leidt naar een volgende fase. Zelf zegt hij dan: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’.

Het kwade ten goede keren betekent voor het luciferische : “het niet realistische proberen om te werken naar iets realistisch”. Dat wil vaak zeggen dat de ideeën iets kleiner moeten worden en dat er persoonlijke inzet en arbeid noodzakelijk is om een idee te verwerkelijken.

Voor het ahrimanische betekent het: “het zinloze omvormen naar iets zinvols”. Daarvoor is vaak denk- en organiseerwerk noodzakelijk. Ook zal heel gerichte arbeid vaak noodzakelijk zijn en het bewust werken met geld is ook belangrijk.

Voor het anti-christelijke wil het veelal zeggen dat we onze eigen vooroordelen en antipathieën moeten overwinnen. Mensen, en ook ons zelf,  steeds weer een nieuwe kans geven en ook onderzoeken wat er reëel noodzakelijk is om zo’n nieuwe kans ook kans van slagen te geven. Het heden is niet alleen een afsluiting van het verleden, maar ook een opening naar de toekomst.

Van het Christelijke kunnen we dan nog zeggen dat het de mens in eerste instantie naar de eenzaamheid voert. Bij het Christelijke moeten we op ons eigen oordeelsvermogen rusten, om van daaruit een standpunt in te nemen tegenover de medemens en tegenover het kwade. Pas vanuit een standpunt kunnen we helder denken en oordelen. Vervolgens moeten we positie kiezen. Pas vanuit een bepaalde positie en een bepaalde rol in het proces kunnen we zinvol handelen.

Het Luciferische brengt ook schoonheid met zich mee. Juist de schoonheid kan ons verleiden tot het luciferische. Daarmee is Lucifer ook de grote verleider met behulp van de schoonheid en alles wat daarmee samenhangt.

Het ahrimanische brengt ook macht met zich mee. Ahriman is daarmee de grote manipulator die werkt via macht en onmacht en alles wat daarmee samenhangt.

De anti-christ is degene die mensen tegen elkaar opzet. Deze is de grote verdeler, die de mensheid in talloze groepen verdeeld en tegen elkaar opzet.

Taal en realiteitszin zijn de wapens die we tegen lucifer kunnen inzetten, die zelf onwaarheid en ziekte meebrengt. Geld en idealisme zijn de wapens die ahriman treffen, die zelf vergissing, angst en verlamming meebrengt. Liefde, mededogen en rechtvaardigheid zijn de wapens die de anti-christ zullen treffen, die zelf vals saamhorigheidsgevoel en versluierd denken en vooroordelen met zich meebrengt.

Christus zegt: ik ben de weg, de waarheid en het leven. Wie zich met mij verbindt komt tot de vader. Daarmee drukt hij uit dat de ontwikkeling alleen via de Christusimpuls voortgang kan vinden, omdat hij de heerser is van de wereld die moet ontstaat bij de volgende incarnatie van de wereld als geheel. In die incarnatie moet de liefde verbonden zijn aan de wijsheid. De mens zal in die incarnatie opgestegen zijn tot het niveau van de engelen en in die rol meewerken aan die nieuwe wereld.

Tegenkrachten werken door mensen heen
Tegenkrachten kunnen we in mensen herkennen, zij werken namelijk door mensen heen. Het vraag om ontwikkeling van het oordeelsvermogen, om het verschil te kunnen onderscheiden tussen die krachten en de mensen zelf. We kunnen op onszelf oefenen om dit onderscheid te kunnen maken, omdat immers de tegenkrachten ook in onszelf aanwezig zijn.

Daarnaast kent elk initiatief een luciferisch begin, een antichristelijk midden en een ahrimanisch einde. Dat wil zeggen dat elk initiatief in het begin voornamelijk bestaat uit enthousiasme en ideeën. in de middenfase gaat het vooral om verbindingen met mensen, waardoor we ook te maken hebben met vooroordelen en oordelen over mensen. In de eindfase van een initiatief ondergaat het initiatief vooral de gevolgen van daden die eerder zijn gedaan. De werkelijkheid heeft in de eindfase een neiging tot het uitoefenen van een grotere invloed dan de doelstellingen en de mensen.

In hoeverre beginnen we aan initiatieven die onhaalbaar lijken? Zijn ze dan echt onhaalbaar of laten we ze onhaalbaar worden door gebrek aan inzet. Of zijn ze onhaalbaar door onrealistische ideeën die gekoesterd worden? In hoeverre heeft lucifer de macht?

Wanneer we samenwerken met mensen, doen we natuurlijk ervaringen met hen op. In hoeverre laten we onze houding bepalen door wat ze zeggen, door wat we meegemaakt hebben of door hoe ze zich als vriend of vijand gedragen. In hoeverre laten we de toekomst van onze verhoudingen bepalen door het verleden en geven daarmee de macht aan de antichrist. In hoeverre kunnen we in elke mens iemand zien die zich ontwikkelt, die leert van hetgeen hij heeft meegemaakt? In hoeverre bezien we de ander vanuit een Christelijk perspectief, waarbij elke mens belangrijk is voor de toekomst van de wereld.

Wanneer we iets hebben gedaan, is het terecht dat we later de gevolgen ondervinden van hetgeen we gedaan hebben. Goede daden moeten dan goede gevolgen hebben en slechte daden slechte gevolgen. Op welke termijn kunnen we die gevolgen waarnemen? Laten we ons dan uiteindelijk door die gevolgen lamleggen of zien we telkens weer nieuwe kansen voor ontwikkeling? Wanneer de werkelijkheid te veel als voldongen feiten ervaren, zijn we in de macht van ahriman. Wanneer we de werkelijkheid wel als feit ervaren, maar meteen als begin van een nieuwe ontwikkeling, dan kunnen we de wereld op een Christelijke wijze tegemoet treden.

Jan J.C. Saal
September 2009