Koop- leen- en schenkgeld

Koop-, leen- en schenkgeld

We kunnen ons als mens verbazen over de waarde die mensen aan geld hechten. Het lijkt een maatschappelijk streven te zijn om aan de ene kant zoveel mogelijk geld te vergaren en aan de andere kant zo veel mogelijk geld uit te geven aan nuttige en onnutte zaken. Toch onttrekt de maatschappelijke werking van het geld zich in belangrijke mate aan onze waarnemingen. We zouden zo graag de derde wereld helpen, maar ook graag zelf in een mooi huis wonen en lekker op vakantie gaan. Geldgebrek lijkt ons altijd weer van dergelijke mooie gedachten af te houden. Datzelfde geldgebrek voert ons echter steeds weer naar het bewustzijn toe. Bewustzijn van het geld, maar ook bewustzijn van de werkelijkheid waarin we leven, onze beperkingen, maar ook onze mogelijkheden. Binnen die context kunnen we dan initiatieven nemen om tot veranderingen te komen. Zodra we initiatieven nemen verandert het geld van doelstelling naar middel. Om het geld als middel te kunnen gebruiken moeten we er meer van te weten komen. In dit stukje wil ik u meevoeren langs 4 kwaliteiten die in het geld te vinden zijn. Ik besef dat het geen simpel stukje is. Het geld is nu eenmaal een ingewikkeld fenomeen, dat een belangrijke rol speelt in onze samenleving. Een goed begrip er van geeft de mogelijkheid om er goed gebruik van te kunnen maken.

Inleiding
Het geld neemt in onze beleving een merkwaardige plaats in. Aan de ene kant geeft het ons de indruk dat het ons overkomt, zoals het weer buiten in de natuur. Inflatie, deflatie, groei en recessie lijken zich af te spelen zonder dat de mensen er veel aan kunnen veranderen. Aan de andere kant oefent elke mens dagelijks invloed uit op het geld. Door iets te kopen of te verkopen, door belasting te betalen door geld te lenen voor de aankoop van een huis of voor het kopen van aandelen bijvoorbeeld. Bij nadere bestudering blijkt dat de gevolgen van al die beslissingen gezamenlijk de grotere bewegingen van het geld veroorzaken. Het geld veroorzaakt niets uit zichzelf. De mensen veroorzaken alles wat henn met het geld overkomt zelf, meestal zonder het overzicht en inzicht hoe een met het ander samenhangt.

Toch is juist de economische wetenschap een wetenschap van samenhangen. Er is in het verleden veel tijd en moeite besteedt aan de ontwikkeling van financiële overzichten. Daaruit zijn verschillende overzichten ontstaan, die per organisatie of gemeenschap aangeven hoe het er voor staat wat betreft waarde en geld. Dankzij deze financiële overzichten, die uit de boekhouding worden gedestilleerd kunnen we zien hoeveel geld we beschikbaar hebben, hoeveel we besteed hebben en waaraan, hoeveel we nodig hebben enzovoort. Er is veel denkwerk besteed om deze overzichten zo te maken dat ze ook werkelijk iets kunnen laten zien.

Met het opstellen en ontwikkelen van deze overzichten is echter tevens een specialisme ontstaan van boekhouders en accountants, waar de gewone man zich maar leek en ondeskundig voelt. Ik denk echter dat de toenemende complexiteit van onze samenleving er om vraagt dat steeds meer mensen wel verstand krijgen van die overzichten en van de mechanismen waarlangs wij gezamenlijk het geld beïnvloeden. Pas dan kan het mogelijk worden om het geld zo te sturen, dat het voor ons gaat werken op een manier dat we daar tevreden over kunnen zijn.

Het geld is als een paard
Deze vergelijking kan goed uitbeelden hoe ik naar het geld kijk. Een paard is immers een prachtig dier. Het is sierlijk en sterk en kan door de mens heel goed worden ingezet, daar waar kracht nodig is. Een wild paard heeft dezelfde kwaliteiten, maar kan niet worden ingezet. Wanneer we een wild paard voor de wagen spannen ontstaan er ongelukken en het paard trekt de wagen stuk. We moeten een paard dus eerst temmen, voordat we over zijn krachten kunnen beschikken. Daarvoor gebruiken we een zadel, leidsels, een bit en de sporen. Uiteraard kan alleen een goede ruiter er in slagen om een wild paard te temmen. Is het eenmaal getemd, dan kan vrjwel iedereen met zo’n paard uit de voeten.

Ook ons geld is nog grotendeels ongetemd in onze huidige maatschappij. Iedereen zet het maar in naar eigen goeddunken en behoeften, zonder rekening te houden met grotere maatschappelijke gevolgen. Met name egoïsme en de zucht naar winst maken het geld wild. We kunnen het temmen door de verschillende kwaliteiten van geld te leren kennen en oordeelkundig in te zetten voor de doelstellingen die we nastreven.

Het is in principe mogelijk om uit de geld-overzichten kernkwaliteiten te halen die voor elke mens begrijpelijk kunnen zijn en die niet alleen op het geld, maar ook op andere gebieden toepasbaar zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot de tijdsbesteding van een mens.

In geldbgrippen hangen deze kwaliteiten vast aan de volgende 4 begrippen
a) Circulatiegeld (geld in omloop)
Dit betreft de aanwezigheid van het geld. In elke transactie moet geld, of iets wat daarvoor in de plaats komt aanwezig zijn, anders kan de transactie niet plaatsvinden.
b) Koopgeld (geldwaarde)
Dit betreft de waarde van het geld. Bij elke transactie wordt de waarde van het geld bevestigd door de waarde van de spullen die worden overgedragen of diensten die worden betaald. Een fiets is dan bijvoorbeel 200 euro waard. Tegelijkertijd is dan echter 200 euro ook een fiets waard.
c) Leengeld (schuldverhoudingen)
Dit gaat over het eigendomsrecht. Iemand die geld heeft kan het aan een ander uitlenen. Daardoor kan een ander dat geld gebruiken. Het hangt natuurlijk af van de voorwaarden waaronder het geld wordt uitgeleend, of dat zinvol is of niet. Die voorwaarden betreffen dan : de looptijd van de lening, de rente die verschuldigd is, de aflossingstermijnen en de zekerheden die gesteld worden. Het gaat over de verhouding tussen schuldeiser en schuldenaar. Leengeld is daarmee de waarde van een verbinding tussen mensen.
d) Schenkgeld (waarde voor doelstellingen)
Door schenkgeld wordt veel mogelijk gemaakt dat direct samenhangt met de doelstellingen en ambities van mensen. Bij schenkgeld ontstaat er nl. geen schuldverhouding, waardoor degene die het geld krijgt zich niet om rente en aflossing hoeft te bekommeren, maar kan gaan doen wat de bedoeling is.

Hieronder ga ik deze 4 kwaliteiten nog iets verder toelichten door ze te verbinden met andere begrippen en door de tijd er bij te betrekken.

Tijd is geld
Velen van ons komen regelmatig in tijdnood en beginnen zich af te vragen in hoeverre ze wel de juiste keuzes maken bij de invulling van hun tijd. Werken ze niet te veel of wordt te veel tijd verlummeld. Door via de onderstaande kwaliteiten de eigen tijdsbesteding te onderzoeken, kan veel helderheid ontstaan en kunnen wellicht enkele aanpassingen tot stand komen. Wanneer u dat doet, heeft u de kwaliteiten van geld toegepast op de besteding van tijd en langs die weg gebruik gemaakt van het vele denkwerk dat aan de omgang met en de verwerking van het geld is besteed.
Onderstaande vier kwaliteiten die we aan het geld kunnen ontlenen worden nog uitgebreider beschreven onder het hoofdje “Geld als spiegel van de werkelijkheid“.

1- Waarheidskwaliteit (circulatiegeld)
• Het gaat hierbij om het waarnemen en kwantificeren van de feiten, zodat ze later geordend kunnen worden.
• Bij het geld ontstaat zo een liquiditeits-overzicht, hetgeen wil zeggen een overzicht van de achtereenvolgende transacties die gedaan zijn, met vermelding van aard, bedrag en bestemming. Dat zijn immers de financiële feiten, die dan wel moeten kloppen. Ze moeten waar zijn.
• Maatschappelijk spreken we in dit verband over circulatiegeld of transactiegeld, hetgeen wil zeggen: het geld dat in transacties wordt gebruikt.
• Bij de boekhouding van tijd zou het gaan over de vaststelling van hoeveel tijd precies waaraan is besteed. Het z.g.n. tijdschrijven.
• Het gaat bij deze kwaliteit dus om het objectief vaststellen van feiten, waardoor de waarheid aan het licht komt.

2- Levenskwaliteit (koopgeld)
• Deze kwaliteit komt tevoorschijn wanneer we de feiten in het licht stellen van de effectiviteit. Oftewel was het nuttig om deze tijd zo te besteden?
• Bij het geld wordt deze kwaliteit zichtbaar door het opstellen van de Verlies en winstrekening of exploitatierekening. Daaruit blijkt in hoeverre de aktiviteiten meer opleveren dan ze kosten, of andersom. Oftewel of er winst wordt gemaakt of verlies gedurende een bepaalde tijdspanne.
• Dit overzicht zouden we ook het koopgeld-overzicht kunnen noemen. Oftewel het overzicht van de samenhang tussen prestaties en de tegenprestaties gedurende een bepaalde periode.
• In tijds-termen betekent dit antwoord geven op de vraag in hoeverre de bestede tijd ook datgene heeft opgebracht dat er van verwacht werd? Bijvoorbeeld: Ben ik gedurende de rusttijd ook uitgerust of is er gedurende de werktijd ook werk uit mijn handen gekomen.

3- Verhoudingskwaliteit (leengeld)
• Deze kwaliteit wordt zichtbaar, wanneer we de onderlinge verhoudingen tussen de waargenomen feiten vaststellen en beoordelen.
• Bij het geld komt deze kwaliteit aan de orde wanneer we op een bepaald moment de “Balans opmaken”. Op een balans wordt zichtbaar welke spullen we voor een bepaalde aktiviteit gebruiken en hoeveel financieel vermogen we aan die spullen hebben besteed. Daarnaast wordt zichtbaar in hoeverre we vermogen van anderen hebben moeten lenen, en hoeveel we zelf ter beschikking hebben. Wanneer al deze zaken in een overzicht verwerken, kunnen we direkt de onderlinge verhoudingen waarnemen en de samenhang tussen dfat vermogen en de spullen (aktiva) die we gebruiken. Het blijkt dat zich hierbij bepaalde patronen voordoen, die kenmerkend en gezond zijn voor bepaalde aktiviteiten of omstandigheden.
• Dit overzicht zouden we ook leengeldoverzicht kunnen noemen, oftewel het overzicht van de samenhang tussen de balans-eigenaar met de wereld (de spullen, aktiva) met mensen of instellingen (leningen) met zichzelf en zijn doelstellingen (eigen vermogen).
• In tijd gaat het hier om de vraag of de tijdsbesteding aan de verschillende zaken wel in een goede verhouding tot elkaar staan. Werktijd, vrije tijd, leeftijd en streeftijd.

4- Eigenheid (schenkgeld)
• Deze kwaliteit wordt zichtbaar door na te gaan in hoeverre in deze cijfers en opstellingen het persoonlijke en de persoonlijke ontwikkeling tot uitdrukking komen, of zichtbaar wordt dat we doen wat we zelf willen.
• Bij het geld ontstaat op deze manier het overzicht van het eigen vermogen. Het is nog niet zo gebruikelijk om een dergelijk overzicht te maken, maar dat zal in de toekomst zeker veranderen. In dit overzicht kan bijvoorbeeld worden opgenomen; het vastgelegde kernvermogen en het vrij besteedbare vermogen.
• In het eigen vermogen zijn alle verliezen en winsten uit het verleden verwerkt. Daarnaast is het eigen vermogen beschikbaar om toekomstige risico’s op te vangen, die gepaard gaan met de aktiviteiten van een mens of een organisatie (buffervermogen).
• In het eigen vermogens overzicht wordt zichtbaar hoeveel vermogen beschikbaar kan zijn als schenkgeld, oftewel het geld dat je zou kunnen inzetten voor doelstellngen en voor risico’s die samenhangen met het nastreven van doelstellingen.
• In tijd gaat dit om de vrije tijd en om de tijd die besteedt wordt aan bijvoorbeeld hobby, studie en vrijwilligerswerk Het is de vraag hoeveel tijd iemand besteedt om zich in zijn werk en leven te ontwikkelen en zijn persoonlijkheid uit te drukken.

Langs deze vier kwaliteiten kunnen we onderzoeken hoe iemand of hoe een organisatie omgaat met tijd en geld. Inzicht in die materie ontstaat door het onderzoek langs deze vier wegen te doen. Door het inzicht wordt het mogelijk om zinvolle beslissingen te nemen of wijzigingen door te voeren, wanneer blijkt dat het leven niet gaat zoals we het eigenlijk zouden willen. Uiteindelijk gaat het er om dat we als mens initiatieven nemen in samenhang met onze mogelijkheden,  visies en doelstellingen. Tijd en geld zijn dan hulpmiddelen om de initiatieven te realiseren.

Dronten, juni 2003
Jan J.C. Saal