Nog kortgeleden (18 februari) heb ik beschreven dat inderdaad belasting op kosten verhogen en inkomstenbelasting verlagen zowel goed is voor het milieu als voor de werkgelegenheid. Toen ging het nog over de vennootschapsbelasting.
Vandaag gaat het over de inkomstenbelasting en het lage BTW tarief. Het principe is natuurlijk hetzelfde. Inkomsebelasting geeft een rem op het verwerven van inkomsten. Dat is natuurlijk geen verstandig beleid. Kostenbelasting geeft een rem op het maken van kosten. Dat is in deze tijd van milieuvraagstukken natuurlijk wel verstandig.
Interessant is dat die twee natuurlijk wel samenhangen. Wat voor de een inkomsten is, is voor de ander kosten. Je zou dus kunnen zeggen, wat maakt het uit? Het verschil zit hem in het gebruik van grondstoffen en energie. Arbeid wordt op die manier minder belast, terwijl het gebruik van grondstoffen en energie meer belast wordt. Dat zorgt er voor dat er een neiging zal gaan bestaan om bij het verrichten van arbeid minder grondstoffen en energie te gebruiken. Is dat niet precies wat we willenm bereiken?
Nu nog het lage BTW tarief verhogen. Het valt op dat de tweede kamer unaniem struikelt over het verhogen van het lage BTW tarief. Zij zien dat als een directe prijsverhoging voor eerste levensbehoeften. Dat is wel waar, maar staat in een veel bredere context. Het gaat ook over prestaties waar juist relatief veel arbeid voor wordt ingezet. Daarnaast kun je je de vraag stellen in hoeverre die eerste levensbehoeften niet eigenlijk veel te goedkoop zijn, naar verhouding.
Veel milieu problemen ontstaan toch doordat er een maatschappelijk streven bestaat om producten zo goedkoop mogelijk te leveren. Daardoor onstaan veel milieuproblemen en ook maatschappelijke problemen, zoals uitbuiting van mensen. Het hele prijsvormingsvraagstuk is hierbij aan de orde. Wat zijn eerlijke prijzen? Welke wederkerigheid moet in prijzen bereikt worden?
Nee zeggen tegen BTW verhoging van 6% naar 8%, zoals wordt voorgesteld, is geen oplossing voor de veelheid van vragen die rond de prijsvorming leven. Zogenaamde belangenbehartiging voor mensen met lage inkomens is op deze manier kortzichtig en niet adequaat. Het prijsvormingsvraagstuk mag wat mij betreft volop als punt op de maatschappelijke agenda staan.
Ik denk dat de prijzen voor voedingsmiddelen nog veel verder omhoog moeten, zodat op een biologische of biologische wijze geteeld kan worden en de kwaliteit van de voedingsmiddelen weer omhoog kan gaan. Daarintegen kunnen de prijzen van technische producten zich steeds weer op een glijdende schaal naar beneden bewegen, omdat door grootschaligheid en innovaties die producten inderdaad steeds goedkoper geproduceerd kunen worden. De ondegrens ligt ook daar bij een prijs waarvoor we ze op een mens- en milieuvriendelijke manier kunnen produceren.