Roven of ruilen

Ik kwam in 1998 van vakantie terug en trof uiteraard thuis een stapel Volkskranten aan. In een poging om het achterstallige nieuws in te halen sloeg ik een krant open en meteen viel mijn oog op de kop van een artikel. Mijn hart sloeg een slag over en ik dacht “zou het echt waar zijn?” Zou het mogelijk zijn dat net tijdens mijn vakantie de huidige weg in de economie ontmaskerd zou zijn? Zou het mogelijk zijn dat de les die de ineenstorting van de Russische economie ons kan leren werkelijk geleerd zou worden?

Dus begon ik snel het artikel te lezen. Het betreft een artikel van niet de eerste de beste, n.l. Helmut Schmidt, de voormalige bondskanselier van Duitsland. Het artikel is verschenen in de Volkskrant van 12 september 1998 en de titel is “Wie temt het roofdierkapitalisme?”.

Eerst word ik een beetje teleurgesteld, omdat de economie van Rusland maar zijdelings wordt behandeld in een soort totaal overzicht waarin de economieën van verschillende belangrijke landen worden beoordeeld op hun overlevingskracht. Wel een beetje bijzonder is dat helder wordt gekarakteriseerd dat speculanten hun geld niet met werken verdienen. Speculeren wordt door Helmut roofdierkapitalisme genoemd. Met een oproep om de vrije wereldhandel veilig te stellen eindigde voor mij het stuk in een anticlimax.

Wat had ik dan gehoopt? Om dit duidelijk te maken moet ik iets dieper op de huidige economische denkrichtingen ingaan, zonder de pretentie te hebben dat daarmee de toestand in de wereld uitputtend wordt behandeld.

We zouden kunnen zeggen dat zowel de oorzaak als ook de ontknoping van de tweede wereldoorlog in belangrijke mate heeft samengehangen met de economische vraagstukken en ontwikkelingen van die tijd. De opkomst van de technische vooruitgang in apparatuur, automobielen, vliegtuigen enz. enz. hebben in belangrijke mate het verloop en de uitkomst van de oorlog bepaald. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de generatie die na de oorlog voor de taak stond om de verwoestingen van de oorlog te overwinnen zijn heil in eerste instantie zocht in de economie. Het Marshall plan gaf een doorslaggevende economische impuls en de economie heeft ons (de rijke landen) welvaart en ontwikkeling gebracht. Economische wetten werden ontdekt en toegepast en er ontstond zelfs een economische wetenschap, die voordien nauwelijks bestond. Door de grote zelfverzekerdheid van de economen, die overigens de twijfelachtige reputatie hebben dat hun voorspellingen meestal niet uitkomen, kreeg de wereld steeds meer vertrouwen in de economische benadering van de werkelijkheid. Immers diegenen die zich met kracht en inzicht in het economisch leven stortten, bewezen een rijk leven te kunnen leiden of zelfs miljonair te kunnen worden. Geld maakt ogenschijnlijk toch gelukkig.

Rusland lag dwars. Daar werd de werkelijkheid langs een sociaal-economische weg benaderd. Kapitalisme of socialisme was de vraag, die ons jarenlang een koude oorlog heeft bezorgd, waarin een levensgevaarlijke wapenwedloop werd gevoerd, met atoomproeven en kernenergie als resultaat. Toen in 1989 de muur viel en de planeconomie zijn nederlaag ten opzichte van de vrije markteconomie moest bekennen, ontstond in Rusland een heel merkwaardige economie. De machtstructuren die gedurende het communistische tijdperk waren aangelegd, vonden plotsklaps in een vrije economie een werkterrein. Het politieke stelsel werd buitenspel gezet en er ontstond werkelijk een roofeconomie. De macht van de machtigste ging gelden in het economisch leven. De waarde van produkten en diensten werd gecorrumpeerd door allerlei vormen van afpersing en corruptie. Mensen werden gedwongen om produkten die ze niet nodig hebben te nemen als tegenprestatie voor door hun geleverde diensten. De overheid heeft geen macht meer over het geheel en bovendien totaal geen gevoel voor eerlijkheid of rechtvaardigheid. Zij handhaaft wetten en regels zolang ambtenaren er wat mee kunnen verdienen.

Nu bestaat die situatie al negen jaar, afgezien van het feit dat ook duidelijk is geworden dat onder het communisme al sprake was van roofkenmerken. Begin september 1998 stortte de koers van de roebel in en bleek dat de economische ontwikkelingen die in de afgelopen negen jaar gerealiseerd zijn erg teleurstellend zijn. Je zou daar een bewijs in kunnen zien dat een roofeconomie kennelijk niet loont. Een economie uitsluitend gebaseerd op het egoïsme van mensen, wordt uiteindelijk geen economie. Dat is nu hetgeen ik gehoopt had in het artikel te lezen. Het stond er echter niet in.

Naar mijn mening is ruilen niet alleen moreel beter dan roven, maar ook economisch. Dit houdt direkt verband met het feit dat economische waarden uiteindelijk alleen door menselijke waardering tot stand kunnen komen. Bij roven is hiervan geen sprake. Bij ruilen wordt deze waardering tweezijdig uitgeoefend, waardoor in het algemeen de geproduceerde waarde en daarmee ook de economie zal groeien en floreren. Het lijkt mij bij uitstek een taak van de overheid om maatregelen te treffen die het roven uitbannen. Dat valt natuurlijk niet mee zolang ook het heffen van belasting geen goede grondslag in het ruilen kan vinden.

Wanneer Helmut Schmidt vraagt wie het roofdierkapitalisme zal bedwingen, dan zou mijn antwoord zijn “Die regering die inziet dat roven zowel moreel als ook economisch onverantwoord is. Ik zie het inderdaad nog niet gebeuren.