Nederland gaat Griekenland uitbuiten

Bij deze vraag, in hoeverre Nederland winst mag maken op de lening die aan Griekenland wordt verstrekt, gaat het eigenlijk om diepere vragen:

1- In hoeverre is Griekenland vrij om de afspraken zo te maken dat zij het er ook zelf mee eens zijn?

Dat blijkt nu niet het geval te zijn. Griekenland is in een dwangsituatie terecht gekomen. Slikken of stikken is aan de orde. 5% is minder dan 12 % dus voor Griekenland is het in deze situatie toch een goede deal, maar wel afgedwongen. Er bestaat in dit geval geen gelijkheid in het rechtsleven.

2- In hoeverre wordt het leengeld gebruikt voor investeringen in productiemiddelen, zodat met de opbrengsten van de productie rente en aflossingsverplichtingen kunnen worden nagekomen?

Dat is in dit geval niet aan de orde. Met het geld worden andere schuldeisers afbetaald, zodat voorkomen wordt dat Griekenland failliet gaat. Dat niet failliet gaan is zowel voor Griekenland belangrijk, als ook voor die andere schuldeisers, als ook voor de Europese gemeenschap, omdat dit zeer nadelig is voor de koers van de euro. De Europese gemeenschap help dus niet alleen Griekenland, maar ook zichzelf en vooral de andere schuldeisers. Dat is eigenlijk niet verenigbaar met winst maken op zo’n lening.

3- Kan het Griekse volk deze lasten dragen?

Daar is veel over te zeggen. Door de overschrijding van het begrotingstekort is het antwoord, gebaseerd op de huidige werkelijkheid nee. Men gaat er echter van uit dat door bezuiniging en herstructurering van de economie, het wel mogelijk moet zijn. Vandaar dat de leningen gepaard gaan met strenge eisen.

4- Zijn deze leenvoorwaarden productief in de richting van het gewenste resultaat?

Nee wat betreft de winst die door Nederland wordt gemaakt. Deze extra rentelasten dragen op geen enkele wijze bij aan een beter resultaat. Ja wat betreft de eisen tot herstructurering, omdat het noodzakelijk is dat de tering naar de nering wordt gezet. Ik kan niet overzien in hoeverre de eisen zelf daar goed op gericht zijn.

Het is wel vreemd dat de bestaande schuldenlast niet verder wordt onderzocht. In hoeverre zijn daar leningen bij die om ongepaste redenen en op ongepaste voorwaarden zijn verstrekt. Bij herfinanciering zouden die vragen ook een rol moeten spelen.

5- De gedachte dat een hoger risico bij een lening een hogere rentevoet verantwoord maakt is eigenlijk op zich helemaal onjuist. Door die hogere rentevoet wordt het risico alleen maar groter. Toch is deze gedachte maatschappelijk bijna onomstreden. Risico’s neem je om doelstellingen te bereiken, niet om geld te verdienen. Deze redenering, hoe hoger het risico hoe hoger de rente, is een sociaal-economische denkfout. Ik hoop dat aan de hand van dit probleem deze denkfout duidelijk in het daglicht kan komen te staan. Dan heeft het extra onnodige lijden van de Grieken nog enige zin gehad.

6- De manier waarop minister de Jager en de tweede kamer over dit vraagstuk hebben gesproken is naar mijn mening onthutsend. Het getuigt van weinig meegevoel met de Grieken, van te weinig kennis van zaken op het gebied van het rechtsleven en op het bancaire gebied. Het fenomeen, waar de kredietcrisis uit is ontstaan en waar de DSB bank aan ten onder is gegaan, te hoog krediet verstrekken tegen te hoge lasten, om daar zelf beter van te worden, wordt hier opnieuw op grote schaal, in het openbaar, met medeweten van vrijwel iedereen, nogmaals gedaan.

7- De Europese bank kan het oplossen
De Europese bank is in staat om Griekse schulden op te kopen met geld wat ze zelf creëren. Vervolgens kan de schuld tegen het gecreëerde vermogen worden weggestreept. Dit past in de werkwijze en de mogelijkheden van de Europese bank. Deze kan dat natuurlijk niet te snel doen, omdat dat de krachten  die nodig zijn om de schuldenproblematiek op te lossen zou ondermijnen. Maar uiteindelijk zal langs deze weg een groot deel van de Griekse schulden moeten worden opgelost.